Smenkes, een Egyptische opzichter, krijgt de opdracht van de farao om rond Afrika te varen en het continent te verkennen. Zo kunnen er nieuwe handelsgebieden en vaarroutes ontdekt worden. Volgens de aardrijkskundigen zou Afrika niet groot zijn en zouden ze een jaar na vertrek zeker terug zijn. Dit was dus niet het geval: de reis duurde drie jaar; zo lang dat de bemanning bang was om van de wereldschijf af te varen. Tijdens die reis moet Smenkes vele zaken noteren en (ongekende) goederen meebrengen die in Egypte zeldzaam te verkrijgen zijn o.a. goud en kaneel. Tijdens hun zeereis met het Egyptisch zeilschip ‘Het oog van Horus’, gemengd met bemanningsleden van Egyptische en Fenicische afkomst, komen ze heel wat obstakels tegen. Hun voedselvoorraad raakte op en aan het einde van de 3 jaar durende zeereis werd hun schip gekaapt door de Feniciërs. Toen ze eindelijk Egypte bereikt hadden is in hun land de gehele bemanning van het schip al dood verklaard. De toenmalige farao was ondertussen overleden, Smenkes en de resterende bemanningsleden werden niet herkend en de opvolgende farao wou niets over Afrika weten.
Dit Egyptisch ontdekkingsverhaal, geschreven door Herman Van Campenhout in 2007, bestaat uit twee samenhangende delen. Enerzijds is er het verhaal van de reis, anderzijds leest men de notities die Smenkes in een reisdagboek bijhoudt. De lezer krijgt ook informatie over de Egyptische kalender en het Egyptische leven, ongeveer 600 jaar voor Christus.
Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik hou van historische verhalen. Het boek is mooi verwoord en je kunt je perfect inleven als een van de bemanningsleden die de reis heeft meegemaakt.
Boekcover
Herman Van Campenhout
Het oog van Horus
